‘Ik ga het gewoon aan Marieke vragen’, zegt ze tegen haar vriendin en loopt naar me toe. ‘Marieke, hebben de inspecteurs nog iets gezegd over wat er beter moet, waar we aan moeten werken?’

‘Nee, ze hebben niets gezegd. Ze waren tevreden over wat ze gezien hebben. Zeker nadat ze de studenten hebben gesproken. Ze hadden al veel goeds gezien, maar toen wisten ze zeker dat er hier wordt geleerd’.

‘Okee. Maar waarom moest je dan huilen? We waren in het lokaal naast jullie om te kijken hoe het ging en we zagen dat jij moest huilen. Toen wisten we nog niet of het goed nieuws of slecht nieuws was. Maar als het goed nieuws was, waarom moest je dan huilen?’

‘Nou ja, je weet natuurlijk dat ik een enorme huilebalk ben. Ik huil als ik verdrietig ben, als ik moe ben, als ik boos ben, als ik ontroerd ben. Maar nu? Ik denk dat het vooral de spanning was die van me af viel. Er is zoveel gebeurd in zo korte tijd. Drie jaar geleden kende ik alleen Cordelia en maakte ik kennis met Mailin. Met zijn drieën liepen we in het Twiske, te fantaseren over de school die we wilden gaan starten. Waar gaat ie komen? Hoe gaat het eruit zien? En nu, drie jaar later staan we hier met bijna vijftig studenten en zijn we goedgekeurd. Dat gaat dat in een moment allemaal door me heen. En dan komen bij mij de tranen’.

Okee. Het maakte het voor ons wel heel spannend. Gelukkig kwam Franc om te zeggen dat het goed was. Toen waren we echt blij!’ We babbelen nog wat verder over het bezoek van inspectie.

‘Weet je wat nou zo gek was: het was net een gewone dag!’

Ze heeft waarschijnlijk geen idee, hoe blij ik van deze opmerking word. Geen tranen dit keer, alleen een intens genieten van het besef: we doen het!