Vandaag begon ik mijn dag bij DSA zoals ik dat het liefste doe namelijk in een kring met collega’s. We vertellen dan om de beurt hoe we ons voelen en wat onze plannen voor die dag zijn. Op het programma stond de burenlunch.

Een paar weken geleden hadden studenten een motie ingediend voor het organiseren van een burenlunch. De motie was aangenomen en de voorbereidingen gingen van start. Er kwam een flyer, de studenten gingen op promotietoer langs de deuren en verzamelden geld voor de inkopen.

Er zouden vanmiddag om 12:15 zo’n 26 personen komen, de promotie was gelukt. In de ochtendkring voelde ik de neiging om een beetje onrustig te worden want, wat als dit, en wat als dat en stel je voor zus en stel je voor zo.
Ik werd me bewust van mijn gedachten en besloot het anders te bekijken en voelen. ‘Het is wat het is, mochten er dingen anders gaan dan we gehoopt hadden, dan is daar vast begrip voor’, zei ik in gedachten tegen mezelf. Voor de studenten zou zo’n misschien ongunstig moment weer een leermoment kunnen zijn.

Om half elf zat ik in het kantoortje voor een intakegesprek. Twee studenten kwamen langzaam de ruimte binnen. Onder de arm van de jongste zag ik mijn laptop geklemd. ‘Mag jouw laptop alsjeblieft hier liggen?’, vroeg de oudste van de twee, ‘we zijn de tafels al aan het dekken’.

Wat later zag ik , terwijl ik beneden aan de tafel zat, in de keuken studenten; proeven, roeren, snijden en elkaar opdrachtjes geven. Ik voelde een enorme blijdschap. ‘Op welke school mogen studenten op een gewone doordeweekse schooldag eten klaarmaken, tafels dekken en eten uitserveren voor de buren?’, schoot het door me heen, ‘bij DSA’

Al om 12:08 meldden zich de eerste gasten. De studenten stonden bij de ingang als welkomscomitee, sommigen hadden bloemenkettingen als versiering en er hingen vlaggetjes en ballonnen.

Het buffet werd geopend en er vormde zich als snel een rijtje hongerige buren. Van alle kanten kwamen groepjes naar DSA gewandeld. Ik zat buiten en één groepje liep richting ingang maar hield stil vlak voor het hekje waarachter ik zat. ‘Er zijn nog meer collega’s die mee willen eten met de lunch maar die zich niet hebben aangemeld, kan dat nog?’

Gelukkig was er genoeg eten, buren gingen voor een tweede keer naar de eettafel terwijl anderen een rondleiding kregen door het gebouw.

Nadat alle gasten vertrokken waren, aten de studenten de overgebleven salades en broodjes op. Twee studenten kwamen op mij af;’ Wil jij een blog schrijven over de burenlunch?’
Nog nagenietend van een heerlijke dag deed ik wat ik beloofd had.

Mailin Fleur